Table of Contents
In de ene gasfles zit zuurstof, in de andere acetyleen. De vlam van 3000 °C geeft voldoende hitte om een klein oppervlak te smelten. Deze lasmethode gebruik je voor: verwarmen van staal; lassen van staal. De laatste toepassing komt steeds minder voor (lasersnijden kunststof). Behalve lassen, dus het verbinden van metaal, kun je met autogeen lassen ook staal doorsnijden
Een onbeklede draad op een haspel wordt naar het laspistool gevoerd. Het CO 2-gas uit de fles gaat ook naar de lastang. Het CO 2-gas verdrijft de omgevingslucht. Zonder bescherming kun je daarom geen goede las maken. De meest voorkomende manier van lassen is booglassen. Je kunt booglassen met één elektrode en met twee elektroden.
Het metalen werkstuk wordt op een stroomkring aangesloten. (De onderdelen van het lasapparaat vormen samen een stroomkring. De stroom loopt via de voedingskabel naar de lastrafo. Daarna gaat de stroom via de laskabel en lasklem naar de elektrode. Bij de elektrode ontstaat de elektrische boog, die weer in verbinding staat met het werkstuk.
De stroomkring is nu compleet) Door de elektrode vlakbij het werkstuk te houden, springt er steeds een vonk over van de elektrode naar het metaal. Deze stroom van vonken is de elektrische boog (Meer mogelijkheden door nieuwe geavanceerde .). Door de grote hitte smelt het metaal snel. De elektrode is meestal van staal en smelt direct mee af
In het figuur hierbovcen zie je een lasapparaat. De namen van de onderdelen staan erbij. Het lastoestel zorgt voor een hoge elektrische spanning. Met de lastang hou je een elektrode vast. Een elektrode bestaat uit een dun staafje metaal en een bekleding. Als het metaal erg heet wordt, smelt het.
Zo werkt elektrisch booglassenBij elektrisch booglassen werk je met elektrische stroom. metaalbewerking machines. Je klemt eerst de werkstukklem vast op het werkstuk dat je wilt lassen. Daarna zet je het lastoestel aan. Je houdt de elektrode heel dicht bij het werkstuk. Er springt dan elektrische stroom over tussen het werkstuk en de elektrode
Door de hitte van de vlam smelt een beetje staal van het werkstuk - staalhandel particulier. In de elektrode smelt ook metaal. Het metaal uit het werkstuk en uit de elektrode smelten samen. Als ze afkoelen, is de lasverbinding bijna klaar. De stukken metaal van je werkstuk zitten al stevig aan elkaar vast
Bij lassen verbind je metalen delen door ze samen te laten smelten. Daarvoor is een hoge temperatuur nodig, die je alleen met heel veel stroom kunt bereiken. De lastrafo zet de normale stroomsterkte om in een stroomsterkte tussen de 40 en 180 ampère. De normale netspanning van 220 of 380 volt wordt door de lastrafo juist verlaagd, tot waarden tussen de 45 en 70 volt.
Door de enorme hitte van de vlamboog (tot 6.000 °C) smelten de metalen delen, die daarna samenvloeien. Ook de elektrode smelt af en vloeit samen met de metalen delen - thyssenkrupp Alu online. Na afkoeling ontstaat een sterke verbinding. Tijdens het booglassen moet het gesmolten metaal beschermd worden tegen de inwerking van de omgevingslucht
Het smeltbad kan beschermd worden door: een bekleding om de elektrode; een mantel van gas; een poederdek. Voor je het lasapparaat gaat controleren, zorg je ervoor dat de schakelaar van het apparaat op de uit-stand staat en de stekker uit het stopcontact is. Daarna controleer je of alle kabels van het lasapparaat vrij liggen.
Beschadigde kabels moet je meteen vervangen. Vervolgens sluit je de laskabel met de lasklem aan op de lastrafo. De lasklem hang je daarna in de lascabine. Leg de lasklem niet op het werkstuk (cnc metaalbewerking). Daardoor maak je immers de stroomkring al rond en dat is niet de bedoeling. Sluit de voedingskabel op de lastrafo aan en steek de stekker in het stopcontact
Als je nu de schakelaar op de aan-stand zet, hoor je een zacht gebrom. Je weet nu dat het lasapparaat is ingeschakeld. Om te voorkomen dat het lasapparaat te heet wordt, zit er op de lastrafo een beveiliging. Als de temperatuur te hoog wordt, schakelt het apparaat zichzelf even uit.
Hoe hoger de stroomsterkte, hoe korter de inschakelduur. De tijd dat het apparaat even niet werkt, benut je om slak te verwijderen. Het woord ‘elektrode’ betekent stroomgeleider. De elektrode zit aan het einde van de lasklem - Sectoren. Tussen de elektrode en het werkstuk ontstaat de elektrische boog, waarmee je de las legt
Er zijn verschillende elektrodesoorten te koop. Op het etiket van de verpakking kun je zien welke elektrode erin zit. In figuur zie je zo’n etiket afgebeeld. De belangrijkste gegevens van het etiket zijn met een gekleurd balkje aangegeven. Allereerst kijk je naar de afmetingen van de elektrode (geel). In het voorbeeld van figuur zijn die 4,0 x 350 mm.
Daar meteen onder zie je de lasposities uitgebeeld waarin je de elektrode kunt gebruiken (groen). Aan de code in het midden van het etiket kun je zien wat voor soort elektrode het is (blauw) - metaalbewerking eindhoven. In het voorbeeld is de code E 51 32 RR (32). Hiervan moet je vooral de betekenis van de letters kennen
De letters RR geven de soort bekleding aan. De verschillende soorten zijn: A: zuur (ijzeroxide); AR: zuur (ijzeroxide en titaanoxide); B: basisch (hoofdzakelijk calciumcarbonaat) snel stollend; C: cellulose; O: oxiderend; R: rutiel (matig dik bekleed)langzaam stollend; RR: rutiel (dik bekleed); S: andere soorten. In het figuur hieronder zie je wat je allemaal nodig hebt om te lassen.
Met een laskap of lashelm bescherm je je ogen en je gezicht. Met een lasschort bescherm je je kleding. En de handschoenen beschermen je handen. De veiligheidsbril gebruik je bij de voorbereidingen. En bij het weghalen van de slakken. Algemene voorwaarden. Om veilig te lassen, moet je je houden aan de volgende regels
Draag beschermende kleding. Doe een leren schort voor. Kijk nooit zonder bescherming in de vlam. Gebruik altijd een laskap. Las alleen op plekken waar genoeg ventilatie is. Bij lassen kunnen giftige dampen vrijkomen. Adem die niet in. Bij elektrisch booglassen werk je met elektrische stroom. Las daarom nooit in een vochtige ruimte.
Las nooit in de buurt van brandbare stoffen. Las zelf geen vaten, tanks of leidingen. Laat dit werk over aan iemand die heel goed kan lassen. Om veilig te kunnen lassen, heb je de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen nodig. In de volgende tabel zie je welke middelen dit zijn en waarvoor ze dienen.
De rondvliegende lasspatten kunnen gemakkelijk brand veroorzaken. Wat de gevolgen zijn van een zwaar stuk metaal dat op je tenen valt, kun je zelf wel bedenken. metaalbewerking groningen. Dan kun je maar beter veiligheidsschoenen dragen. Behalve maatregelen voor je persoonlijke veiligheid, moet je bij het lassen ook maatregelen nemen voor de veiligheid van de werkplek
Veiligheidsmaatregelen voor de werkplek Zorg ervoor dat de werkplek opgeruimd en schoon is. Zorg ervoor dat de werkplek voldoende verlicht is. Zorg voor voldoende ventilatie en/of afzuiging van gassen. Houd andere mensen en dieren op veilige afstand van het lassen. Houd brandbare stoffen op veilige afstand van het lassen. Zorg dat er voldoende brandblusmiddelen aanwezig zijn.
Zo niet, dan moet je de lasplek afschermen met een lasscherm. Over brandbare spullen leg je een lasdeken. Dit is een speciale deken, gemaakt van brandwerend materiaal. Volautomatisch opslagsysteem voor platen versnelt .... Natuurlijk moet ook de omgeving waarin je werkt veilig zijn. Daarvoor gelden de volgende veiligheidsvoorschriften. Zorg voor voldoende ventilatie van de werkruimte. Bij het lassen van koper, brons, messing en gegalvaniseerde plaat is een afzuiger verplicht
Houd andere mensen en dieren op veilige afstand van je werkplek. Zorg ervoor dat er in de werkomgeving een poederblusser, een emmer zand, een blushaspel en een blusdeken aanwezig zijn. Scherm de werkplek af met een lasscherm. Als er ondanks alle veiligheidsmaatregelen toch iets gebeurt, moet je natuurlijk wel weten wat je moet doen.
In een calamiteitenplan staat bijvoorbeeld hoeveel nooduitgangen en brandblussers er zijn en waar die zich bevinden. RVS platen. Ook staat erin wie de bedrijfshulpverleners ( BHV-ers) zijn, wat er allemaal in een EHBO-doos hoort te zitten en welke veiligheidsmaatregelen er nog meer gelden. De techniek van het lassen bestaat uit het starten van de elektrische boog, het hechten van de metalen delen en het leggen van de las
Om te beginnen met lassen, start je de elektrische boog. Dit wordt ook wel boogtrekken genoemd. Metaalbewerking opleiding. Met de punt van de elektrode strijk je over het werkstuk, zodat er even kortsluiting ontstaat. Als je nu langzaam de elektrode van het werkstuk terugtrekt, vormt zich de elektrische boog. De afstand van de elektrode tot het werkstuk is de booglengte
Omdat de elektrode tijdens het lassen afsmelt, moet je de afstand tussen de elektrode en het werkstuk dus steeds een beetje aanpassen. Met de juiste toevoerbeweging houd je de booglengte constant. Met de toevoerbeweging beweeg je de elektrode in de richting van het smeltbad. De booglengte bepaalt de inbranding van het smeltbad.
Behalve van de booglengte is de inbrandingsdiepte ook afhankelijk van de stroomsterkte en de dikte van het metaal (Producten Aluminium - Oppervlaktebehandeling Metalen). De booglengte bepaalt de inbrandingsdiepte van het smeltbad. Bij een te lange boog is de inbranding van het smeltbad niet diep genoeg. Ook loop je kans dat de boog dooft. Is de boog te kort, dan is de inbranding ook te ondiep
Behalve van de booglengte is de inbrandingsdiepte ook afhankelijk van de stroomsterkte en de dikte van het metaal. Je kunt de inbrandingsdiepte controleren met röntgenfoto’s. De voortloopbeweging is de beweging die je met de elektrische boog over het werkstuk maakt. Hiermee leg je uiteindelijk de las. De snelheid van de voortloopbeweging is de voortloopsnelheid.
Bovendien is dan de inbranding te ondiep, omdat de warmte te weinig tijd heeft gehad om het werkstuk aan te smelten. Bij een te lage voortloopsnelheid hoopt het lasmateriaal zich op. Bovendien kan de slak van de elektrode door het gesmolten metaal ingesloten worden. Tijdens het lassen maak je twee bewegingen: de toevoerbeweging en de voortloopbeweging.
De voortloopbeweging maak je in de lengterichting van de las. Om een goede las te krijgen, moet je de elektrode in de juiste stand houden. Zo zorg je ervoor dat de inbrandingsdiepte overal hetzelfde is. Figuur hierboven laat zien wat de juiste elektrodestand is - metaalbewerking eindhoven. Dwars op de lengte van de las moet de elektrode een hoek van 90° maken
Als je twee onderdelen aan elkaar last, ontstaat er een lasvorm - staalhandel turnhout. Wanneer je deze las doormidden zaagt, kun je de echte vorm zien. De lasnaadvormen kun je in twee groepen verdelen, te weten: stompe lasverbindingen; niet-stompe lasverbindingen. Een stompe lasverbinding heeft tussen de twee aan elkaar gelaste onderdelen geen onderbreking
In figuur staan voorbeelden van beide lasnaadvormen. Voordat je met het echte lassen begint, zet je de metalen delen aan de boven- en onderkant met een kleine las aan elkaar. Je noemt dit hechten. Door de hechten blijven de metalen goed op hun plaats liggen. Er zijn verschillende hulpmiddelen om de platen tijdens het hechten in de juiste positie te houden, bijvoorbeeld een lastang of een lijmklem.
Maar die moet dan wel handschoenen en een bril dragen (THYSSENKRUPP MATERIALS BELGIUM NV in Lokeren). Een hecht mag niet te dik zijn. De echte las leg je namelijk over de hechten heen. Een te dikke hecht blijf je altijd zien als een verdikking in de las. Je kunt de hechten het beste met een iets verhoogde stroomsterkte lassen
De voortloopbeweging is de beweging die je met de elektrische boog over het werkstuk maakt. Hiermee leg je uiteindelijk de las. De snelheid van de voortloopbeweging is de voortloopsnelheid. Deze mag niet te hoog zijn, omdat je dan de las te veel uit elkaar trekt. Bovendien wordt de inbranding te ondiep.
Daardoor kan de slak ingesloten raken door het gesmolten metaal. Er zijn twee technieken om een las te leggen, namelijk: slepend lassen; stekend lassen. In figuur hieronder zie je beide technieken uitgebeeld. thyssenkrupp Plastics Belgium: Home. Bij slepend lassen trek je het smeltbad als het ware naar achteren. Je krijgt daarmee een vrij diepe inbranding
Omdat de inbranding niet zo diep is, gebruik je deze techniek vooral bij dunne platen (metaalbewerking amsterdam). Bij een brede naad moet je zwaaiend lassen. Ook bij het oplassen van versleten onderdelen maak je een zwaaiende beweging tijdens het lassen. Er zijn verschillende posities die je kunt aannemen bij het lassen. Welke lasposities er allemaal zijn, zie je in de volgende tabel
Navigation
Latest Posts
Metaalbewerking Op Maat
Staalhandel Leopoldsburg
Machinebouw En Metaalbewerking Vacatures